Eiwit in de Urine (Proteïnurie) — Welke Oorzaken? (2024)

Bijgewerkt op 8 augustus 2023

Wat betekent ‘eiwit in de urine’?

Eiwit in de urine betekent meestal dat er iets met de nieren aan de hand is. Normaal gesproken zitten er in de urine niet of nauwelijks eiwitten. Dat komt omdat eiwitten grote moleculen zijn. Ze kunnen daarom het nierfilter niet passeren en komen dus niet in de urine terecht. Bij een beschadiging van het nierfilter kunnen eiwitten wel in de urine terecht komen. Dit kan eenvoudig worden gemeten in de urine.

Albumine is een van de kleinste eiwitten die in ons bloed zitten. Bij een beginnende beschadiging van de nieren zal albumine daarom als eerste gaan ‘lekken’ naar de urine. Als een geringe hoeveelheid albumine in de urine kan worden gemeten wordt gesproken van een ‘microalbuminurie’. Uit onderzoek is gebleken dat een dergelijke microalbuminurie een risicofactor is voor het ontstaan van hart- en vaatziekten.

Bij een flinkverhoogd eiwitgehalte van de urine gaat de urine schuimen.

Bij welke aandoeningen komt het voor?

Er zijn veel aandoeningen waarbij het eiwit gehalte in de urine verhoogd kan zijn. Deze aandoeningenkunnengrofweg worden onderverdeeld in drie oorzaken:

  1. Lekkage van de nierfilters door een nierziekte:Voorbeelden zijn hoge bloeddruk (hypertensie), ontsteking van de nierfilters (glomerulonefritis), syndroom van Goodpasture, ziekte van Wegener, ziekte van Kahler, en sarcoïdose. Daarnaast kan beschadiging van de nierfilters optreden ten gevolge van het gebruik van bepaalde geneesmiddelen. Een bekend voorbeeld is het gebruik van pijnstillende en ontstekingsremmende middelen als diclofenac (Voltaren);
  2. Verhoogde hoeveelheid eiwitten in het bloed, bijvoorbeeld door het eten van grote hoeveelheden vlees of het gebruik van eiwitten als voedingssupplement (sporters, bodybuilders);
  3. Door verminderde heropname van eiwitten in de nierbuisjes, bijvoorbeeld bij het Fanconi-syndroom.

Een uitgebreidoverzicht van oorzaken is onderaan deze pagina weergegeven.

Hoe wordt het eiwit gehalte vande urine bepaald?

Het eiwit gehalte van de urine kan eenvoudig bepaald worden met behulp van een zogenaamde ‘dipstick’. De urine wordt in een potje opgevangen. De dipstick wordt vervolgens gedurende enkele seconden in de urine gehouden en de uitslag is af te lezen aan de kleurverandering van de dipstick. Dit onderzoek kan bijde huisarts worden gedaan maar het is tegenwoordig ook mogelijk dit zelf te doen. Dergelijke zelftests voor het bepalen van de hoeveelheid eiwit in de urine zijn commercieel verkrijgbaar.

Om een nauwkeurige bepaling te doen van de hoeveelheid eiwitten die per dag via de urine wordt uitgescheiden is het nodig om de urine die in 24 uur wordt geproduceerd op te vangen. In het laboratorium kan dan bepaald worden hoeveel eiwit er in zit.

Wat is de behandeling?

De behandeling van een verhoogd eiwit gehalte in de urine bestaat in de eerste plaats uit behandeling van de onderliggende ziekte.

Wanneer wordt het bepaald?

Als een patiënt zich bij de arts meldt met klachten die kunnen wijzen op een nierziekte zal de arts de urine laten onderzoeken op de aanwezigheid van eiwitten. Een duidelijke aanwijzing voor het bestaan van eiwitten in de urine is de aanwezigheid van een laag schuim opde urine.

Wat is de normaalwaarde voor eiwit in de urine?

Normale urine bevat minder dan 30 milligrameiwit per dag.

Microalbuminurie en proteïnurie

Als de hoeveelheid eiwit in de urine van een hele dag tussen de 30-300 milligram is wordt gesproken van een licht verhoogde hoeveelheid eiwit in de urine, of ‘microalbuminurie’. Is de hoeveelheid eiwit in de 24-uurs urine hoger dan 300 milligram dan wordt gesproken van proteïnurie.

Is het ernstig?

De aanwezigheid van eiwitten in de urine kan wijzen op een aandoening van de nieren. Dat zal verder uitgezocht moeten worden omdat de nieren een belangrijke rol spelen bij het verwijderen van afvalstoffen uit ons lichaam. Als mensen langdurig slecht werkende nieren hebben moeten die afvalstoffen op een andere manier uit het lichaam worden verwijderd. Meestal gebeurt dit met nierspoelingen(hemodialyse).

Verhoogd risico op hart- en vaatziekten

Een verhoogd eiwit gehalte in de urine verhoogt het risico op het krijgen van een aandoening van het hart. Het gaat dan om zogenaamde coronaire hartziekten. Dat zijn ziekten die ontstaan doordatde kransslagaders van het hart zijn aangetast, zoals angina pectoris en hartaanval.

Wat kan ik zelf doen?

Zelf bepalen van de hoeveelheid eiwit in de urine is mogelijk met behulp van een zelftest voor eiwit in de urine. Een dergelijke zelftest maakt gebruik van zogenaamde ‘dipsticks’. Bij een verhoogde hoeveelheid eiwit in de urine moet de huisarts geraadpleegd worden. Deze kan verder onderzoek doen naar de onderliggende oorzaak.

Zelftests voor eiwit in de urine zijn al voor rond de 10 euro verkrijgbaar. Een veel gebruikte test is de Totaal-Check Urinewegtest, die online te koop wordt aangeboden. De Totaal-Check Urinewegtest bevat drie dipsticks. Je kunt de urine er dus driemaal mee testen. Wil je vaker testen, dan ben je voordeliger uit met Uri-Screen Smart 10. Eén verpakking kost rond de 20 euro en bevat 100 tests.

Wat kan de dokter doen?

Bij een verhoging van het eiwitgehalte in de urine zal de arts verder onderzoek doen naar het bestaan van een nierziekte.

Wat is de behandeling?

De behandeling van een verhoogd eiwit gehalte in de urine bestaat in de eerste plaats uit behandeling van de onderliggende ziekte.

Overzicht van oorzaken voor eiwit in de urine (proteïnurie)

Veel voorkomende oorzaken (>1.000/jaar)

  • blaasontsteking (acute cystitis) – 47.250
  • zware lichamelijke inspanning – 18.000
  • nierziekte door suikerziekte (diabetische nefropathie) – 7.200
  • inspanningsgebonden proteïnurie – 4.950
  • zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) – 4.095
  • hoge bloeddruk (hypertensie) – 2.800
  • ontsteking van het nierweefsel (acute tubulo-interstitiële nefritis) – 2.340
  • uitdroging (dehydratie) – 2.250
  • normaal verschijnsel (fysiologisch) – 1.815
  • zwangerschap (graviditeit) – 1.290

Regelmatigvoorkomende oorzaken (100<>1.000/jaar)

  • HELLP-syndroom – 917
  • reuma (reumatoïde artritis) – 865
  • retrograde ejaculatie – 690
  • gebruik van Avastin (bevacizumab) – 618
  • ziekte van Henoch-Schönlein (purpura van Henoch-Schönlein)–516
  • gebruik van enalapril (Renitec) – 500
  • nierbekkenontsteking – 426
  • gebruik van diclofenac – 400
  • trombose van de nierader (niervenetrombose) – 324
  • cholesterolpropjes die vastlopen in de nieren (cholesterolembolieën in de nier) – 287
  • ziekte van Kahler (multipel myeloom) – 275
  • ontsteking van de nieren bij SLE (lupus nefritis) – 236
  • afsterven van nierweefsel door slechte doorbloeding (nierinfarct) – 183
  • ziekte van Berger (IgA nefropathie) – 174
  • eiwitrijke voeding (eiwitrijk dieet) – 143
  • eclampsie – 136
  • minimal change disease – 133
  • gebruik van eiwit verrijkte voedingssupplementen – 114
  • focale segmentale glomerulosclerose – 108
  • gebruik van heroine – 100
  • gebruik van lithium – 100

Zeldzame oorzaken (<100/jaar)

  • Benign orthostatic (postural) proteinuria – 96
  • SLE (lupus) – 77
  • nierfilterontsteking na infectie met streptococ-bacterie (acute poststreptokokkenglomerulonefritis) – 72
  • ziekte van Wegener (granulomatose met polyangiitis) – 70
  • erfelijke cystenieren (dominant overerfbaar) – 69
  • ziekte van Waldenström (macroglobulinemie vanWaldenström) – 65
  • syndroom van Goodpasture – 63
  • interstitiele nefritis / tubulointerstitiele nefritis – 56
  • nierbekkenontsteking met granulomen (xanthogranulomateuze pyelonefritis) – 54
  • microscopische polyangiitis – 36
  • primaire amyloïdose– 29
  • membraneuze glomerulonefritis– 29
  • mesangiale proliferatieve glomerulonefritis– 28
  • sarcoïdose– 27
  • tubulointerstitiële nefritis met uveïtis – 26
  • syndroom van Sjögren – 23
  • syndroom van Eisenmenger – 23
  • hydropssyndroom bij de moeder (maternaal hydropssyndroom) – 23
  • syfilis – 21
  • IgM nephropathy – 17
  • membranoproliferatieve glomerulonefritis– 17
  • dunne glomerulaire basaalmembraan – 15
  • syndroom van Alport – 12
  • ziekte van Weil (leptospirose) – 12
  • ziekte van Fabry (alfa-galactosidase A deficiëntie) – 11
  • gebruik van Roaccutane (isotretinoïne) – 11
  • Middellandse zeekoorts (familiaire mediterrane koorts) – 10

Zeer zeldzame oorzaken (<10/jaar)

  • molazwangerschap (mola hydatidosa) – 9
  • familiaire amyloïdose van de nier (familiaire renale amyloïdose) – 9
  • hantavirus-infectie – 9
  • sikkelcelziekte – 8
  • blaasschistosomiasis – 7
  • poststreptokokkenglomerulonefritis – 7
  • gebruik van quinapril – 6
  • gebruik van ramipril – 6
  • gebruik van goudpreparaten – 6
  • afstotingsreactie na niertransplantatie – 6
  • light chain deposition disease – 5
  • cryoglobulinemie type II – 5
  • HIV-infectie – 5
  • syndroom van Fanconi – 4
  • cryoglobulinemie type III – 3
  • membranoproliferatieve glomerulonefritis type II – 3
  • gebruik van Rapamune (sirolimus) – 3
  • chronische lymfocytaire leukemie – 3
  • fistel tussen dikke darm en blaas (vesicocolische fistel) – 2
  • cryoglobulinemie type I – 2
  • notenkraker syndroom – 2
  • nagel-patella syndroom (hereditaire onycho-osteodysplasie) – 2
  • glycogeenstapelingsziekte type 1 – 2
  • tekort aan coenzym Q10 (coenzym Q10 deficiëntie) – 2
  • Afrikaanse slaapziekte (trypanosomiasis) – 1,4
  • essentiële cryoglobulinemische vasculitis – 1,2
  • vergiftiging met stekelpapaver (Argemone mexicana-vergiftiging) – 0,9
  • gebruik van Afinitor (everolimus) – 0,7
  • syndroom van Imerslund-Gräsbeck – 0,7
  • erfelijke amyloïdose van de nier (hereditaire renale amyloïdose) – 0,7
  • aangeboren nefrotisch syndroom (congenitaal nefrotisch syndroom) – 0,6
  • syndroom van Denys-Drash – 0,6
  • syndroom van Barakat – 0,6
  • syndroom van Galloway Mowat – 0,5
  • syndroom van Muckle-Wells – 0,3
  • nefronoftise – 0,3
  • syndroom van Lowe (oculocerebrorenaal syndroom van Lowe) – 0,3
  • lassakoorts – 0,2
  • tekort aan het enzym prolidase (prolidase deficiëntie) – 0,2
  • (gedeeltelijk)tekort aan het enzym lecithine cholesterol acyltransferase – 0,2
  • gebruik van Votubia (everolimus)– 0,1
  • syndroom van Senior–Løken type 5 – 0,1
  • ebola – 0,002

Engelse vertaling

proteinuria

Verder lezen / Referenties

  • V Perkovic, C Verdon, T Ninomiya, F Barzi, A Cass, A Patel, et al. ‘The relationship between proteinuria and coronary risk: a systematic review and meta-analysis’.’, gepubliceerd in PLoS Med. 2008;5(10):e207.

Synoniemen

Andere namen voor eiwit in de urine zijn eiwit in urine, eiwitten in urine, eiwitverlies in de urine, proteinurie, verhoogd eiwit in de urine, verhoogd eiwit gehalte in de urine, verhoogd eiwitgehalte in de urine, hoog eiwitgehalte in de urine, teveel eiwit in de urine, teveel eiwitten in de urine, te veel eiwit in urine, en eiwitten in de urine.

Eiwit in de Urine (Proteïnurie) — Welke Oorzaken? (2024)

FAQs

Eiwit in de Urine (Proteïnurie) — Welke Oorzaken? ›

Als er wel eiwit in de urine zit, dan is dat vaak een teken van nierschade. Hoe meer eiwit in de urine zit, hoe slechter het met de nieren gesteld is en hoe slechter het in de toekomst met de nieren zal gaan.

Wat kan de oorzaak zijn van eiwit in de urine? ›

Als er wel eiwit in de urine zit, dan is dat vaak een teken van nierschade. Hoe meer eiwit in de urine zit, hoe slechter het met de nieren gesteld is en hoe slechter het in de toekomst met de nieren zal gaan.

Hoe ontstaat proteïnurie? ›

Proteïnurie: eiwit in de urine, doordat de filterwerking van de glomerulus kapot is en er eiwitten worden doorgelaten. Hierdoor kan je weefsel vocht aantrekken en ontstaat er oedeem. Dan krijg je zwellingen in je huid op plaatsen waar het bindweefsel 'losmazig' is, zoals je oogleden.

Hoe lang kun je leven met proteïnurie? ›

Binnen elke leeftijdslaag was de levensverwachting aanzienlijk korter voor mensen met hogere niveaus van proteïnurie (Tabel S1). De levensverwachting voor mannen van 40 jaar was 31,8 jaar voor mensen zonder proteïnurie, 23,2 jaar voor mensen met milde proteïnurie en 16,6 jaar voor mensen met zware proteïnurie .

Is schuim op urine gevaarlijk? ›

Troebele of schuimende urine kan worden veroorzaakt door zoutkristallen van urinezuur of fosforzuur en is onschuldig. Het kan echter ook een minder goed teken zijn: wanneer het komt door de aanwezigheid van witte bloedcellen en pus in de urine; oftewel pyurie.

Wat zijn de symptomen als de nieren niet goed werken? ›

Symptomen
  • moeheid;
  • lusteloosheid;
  • gebrek aan eetlust;
  • kortademigheid;
  • dikke benen;
  • jeuk.

Kan UTI eiwit in de urine veroorzaken? ›

Een urineweginfectie kan proteïnurie veroorzaken , maar meestal zijn er ook andere tekenen hiervan, zoals urineweginfecties. Proteïnurie kan een symptoom zijn van een aantal andere aandoeningen en ziekten: bijvoorbeeld: congestief hartfalen, een eerste waarschuwing voor eclampsie tijdens de zwangerschap.

Wat gebeurt er bij te veel proteïne? ›

Als je te veel eiwitten tot je neemt, dan worden ze door je lever afgebroken tot ureum en uitgescheiden door je nieren. Uiteindelijk zit het teveel aan eiwitten in je urine en plas je het simpelweg uit. Er is geen bewijs dat een hoge eiwitinname schadelijk is voor mensen met een goede gezondheid.

Waar zitten veel proteïnen in? ›

Eiwit
  • vlees, vis, kip en eieren.
  • (karne)melk en melkproducten, zoals pap, vla, yoghurt, kwark en yoghurtdranken.
  • kaas en smeerkaas.
  • sojaproducten, zoals tahoe, tempé en sojamelk.
  • Quorn® producten.
  • peulvruchten, zoals witte en bruine bonen, linzen en kapucijners.
  • noten en pinda's.

Welke nierziekte veroorzaakt proteïnurie? ›

Ernstigere medische aandoeningen kunnen ook uw nieren beschadigen en proteïnurie veroorzaken. Deze aandoeningen kunnen het volgende omvatten: Bepaalde immuunstoornissen, waaronder lupus en het syndroom van Goodpasture. Acute nierontsteking (glomerulonefritis) .

Is proteïnurie levenslang? ›

Als de proteïnurie niet wordt gevonden of behandeld, kan deze vele maanden of jaren stabiel blijven . Het kan ook leiden tot nierfalen. Net als een vicieuze cirkel is hoge bloeddruk zowel een oorzaak van chronische nierziekte (CKD) als een gevolg van CKD.

Hoe hoog mag het eiwitgehalte zijn? ›

Gemiddeld ligt het eiwitgehalte in je plasma tussen de 63 en 83 gram per liter.

Wat drinken bij slechte nieren? ›

Water en kruidenthee. Genoeg drinken is natuurlijk belangrijk voor iedereen. Maar wanneer je gevoelig bent voor ongemak in het urinestelsel of nieren, dan is genoeg drinken misschien nog wel belangrijker. Om het water meer helende eigenschappen mee te geven kun je thee maken met vochtafdrijvende kruiden.

Welke ziektes kun je zien in urine? ›

Urineonderzoek kan duidelijk maken of er sprake is van geslachtsziekten (soa's), urineweginfecties, nierziekten, urinewegproblemen of stofwisselingsziekten. Wat u hiervoor precies moet doen, is afhankelijk van het type onderzoek dat door uw zorgverlener is aangevraagd.

Wat zijn de gevolgen als je te veel eiwit in je bloed hebt? ›

Een bepaald eiwit in het bloed blijkt het risico op hart- en vaatziekten te kunnen voorspellen. Hoe hoger het gehalte van dit eiwit, hoe groter de kans op bijvoorbeeld een hartinfarct. Dat bloedonderzoek kan helpen bij het voorkomen van hart- en vaatziekten, is op zich niet nieuw.

Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Manual Maggio

Last Updated:

Views: 6283

Rating: 4.9 / 5 (49 voted)

Reviews: 80% of readers found this page helpful

Author information

Name: Manual Maggio

Birthday: 1998-01-20

Address: 359 Kelvin Stream, Lake Eldonview, MT 33517-1242

Phone: +577037762465

Job: Product Hospitality Supervisor

Hobby: Gardening, Web surfing, Video gaming, Amateur radio, Flag Football, Reading, Table tennis

Introduction: My name is Manual Maggio, I am a thankful, tender, adventurous, delightful, fantastic, proud, graceful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.